Open Vld komt met landbouwplan
‘De donkergroene natuurherstelwet komt wat ons betreft niet in huidige vorm terug’ en ‘Geen Romeinse keizers in Vlaanderen, het is niet aan één minister om te bepalen wanneer boeren op hun veld mogen werken’ Het zijn twee voorstellen uit het landbouwplan waarmee Open Vld naar de kiezer trekt.
“Een boer die vandaag investeringen doet heeft te weinig zekerheid dat hij ze ooit zal kunnen terugverdienen. Door boeren op te zadelen met steeds meer regelzotternijen en onbezonnen doelstellingen duwen we ze in de onzekerheid. Laat boeren vooral terug boeren”, zegt Gwendolyn Rutten. “Onze landbouwers zijn als de kanaries in de koolmijn. Ook ondernemers van bakkers tot industriële bedrijven worden geconfronteerd met regels, te weinig ruimte en een gebrek aan vertrouwen.” sluit Alexander De Croo aan.
De brede landbouw- en agro-industriële sector is een belangrijke economische motor in ons land. Met maar liefst meer dan 150.000 mensen aan de slag en een aandeel van 10% van de totale export van ons land. Toch staat de landbouwsector vandaag onder grote druk. Tussen 2012 en 2022 daalde het aantal Vlaamse landbouwbedrijven met 11%. De gemiddelde leeftijd van een Vlaamse landbouwer bedraagt 56 jaar. De steeds hogere regeldrift zorgt dat ook veel jonge boeren twijfelen om in het vak te stappen. “Landbouw is nochtans een strategische sector ” zegt Alexander De Croo”, maar we verliezen ze aan de lopende band. Er is nood aan een nieuwe toekomstvisie die perspectief biedt. Vandaag is er een regime van wantrouwen waarin elke stap moet worden gedocumenteerd met foto’s. Vlaamse ambtenaren inspecteren non-stop. Dat is de inzet van deze verkiezingen: komaf maken met de Vlaamse regulitis. Dit gaat naar het hart van onze economie.”
Natuurherstelwet komt niet terug in huidige vorm
De huidige Vlaamse Regering ging gebukt onder de stikstofcrisis. In een felbevochten stikstofakkoord slaagden de liberalen er in om perspectief voor landbouwers uit de brand te slepen. De initiële rechtsonzekerheid en het gebrek aan proportionaliteit werden uit het akkoord geweerd. Een volgende Vlaamse regering moet voor de liberalen werk maken van een gemoderniseerd stikstofkader: Ze willen onder andere kiezen voor een uitstootmodel, eerder dan een neerslagmodel. Daarnaast moet Vlaanderen in overleg treden met Europa om te zien hoe de versnippering in de natuurgebieden kan worden tegengegaan. “Door die versnippering dreigen we heel Vlaanderen onder draconische regels te leggen. De volgende Vlaamse Regering moet met een sterk verhaal naar Europa trekken om deze versnippering ongedaan te maken. Wij willen een aanpak op maat van de kleine, dense en intens gebruikte regio die Vlaanderen is én waarbij rekening gehouden wordt met de gevolgen van de klimaatverandering. De volgende regering moet daar deze keer tijdig aan beginnen”, zegt Gwendolyn Rutten. De liberalen willen daarmee een standvastig investeringsklimaat ontwikkelen in België.
De donkergroene natuurherstelwet, die door Rutten als ‘stikstof XXL’ werd bestempeld en die Alexander De Croo wist tegen te houden komt voor de liberalen niet terug in huidige vorm. “Wij kiezen voor natuur, maar zijn tegen regeldrift en rechtsonzekerheid op het vlak van vergunningverlening. Je moet maatschappelijke belangen afwegen en rekening houden met socio-economische impact van maatregelen in plaats van een eenzijdige kijk op de vele uitdagingen die zich aandienen.”
Kerntaken
Vandaag vloeit jaarlijks tussen de 20-30 miljoen euro van de Vlaamse overheid naar externe VZW’s om landbouwgrond op te kopen. De overheid voorziet tot 90% subsidies voor gronden die in de handen komen van een externe organisatie. Niet logisch voor de liberalen. “Externe VZW’s belastingmiddelen toestoppen om hen grootgrondbezitter te laten worden. Dat klopt toch niet”. zegt Tom Ongena. Ze willen daarom een stop op het beleid van aankoopsubsidies voor natuur en bos. Ze steunen wel het systeem van natuurbeheer door terrein beherende verenigingen, maar ook door landeigenaars en landbouwers op daartoe geschikte plaatsen. Flexibiliteit en rechtszekerheid “
Zaaien, bemesten en oogsten op het juiste moment. Zo simpel is het. Vandaag moeten boeren toeren uithalen om hun velden gezaaid te krijgen door het te natte voorjaar. Vooral de bemesting is gebonden aan erg strikte termijnen, waarbij vandaag alléén de minister een afwijking van 14 dagen kan toestaan”, zegt De Croo. „Het is niet aan de goede wil van één minister om te beslissen hoe en wanneer boeren moeten boeren. Geen Romeinse keizers in Vlaanderen. Er moet een onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde beslissing genomen worden, die voldoende op voorhand duidelijkheid biedt. Door klimaatopwarming zal het steeds vaker nodig zijn om in te kunnen spelen op erg natte of erg droge periodes. ”
Tijdelijke natuur
Boeren die vandaag bomen of hagen op hun perceel zetten om permanent gronderosie tegen te gaan, de biodiversiteit willen bevorderen of willen werken aan zogenoemde voedselbossen of eetbare landschappen botsen vandaag op regel zotternijen. Eens er bepaalde insecten, planten of dieren zoals vleermuissoorten of de bruine kiekendief zich vestigen, krijgt die tijdelijk aangelegde natuur een beschermde status. Dat maakt dat landbouwers vandaag weigerachtig zijn om bomen en hagen te planten. Rutten: “Donkergroene regelzotternijen leiden netto tot minder natuur. Wie vandaag kiest voor natuur duikt in een bad vol rechtsonzekerheid. Dat houdt tegen dat boeren hagen en bomen planten.” De liberalen willen daarom het begrip ‘tijdelijke natuur’, met garanties voor die tijdelijkheid invoeren zodat landbouwers wel de stap durven zetten om bomen en hagen te planten met de zekerheid dat ze deze binnen een bepaalde termijn weer kunnen wegnemen.
Strategische sector
Met hun 15-punten plan willen de liberalen landbouwers in Vlaanderen een blijvende toekomst bieden. Centraal in hun 15 punten is het woord rechtszekerheid: “Geen regels die afhangen van het humeur van een minister, geen doelstellingen die zorgen voor een onzeker investeringsklimaat”.
Het 15-punten plan van Open Vld voor de landbouwsector
Achtergrond: Tussen 2012 en 2022 daalde het aantal Vlaamse landbouwbedrijven met 11% tot 22.449 (cijfer 2022). De gemiddelde leeftijd van een Vlaamse landbouwer bedraagt 56 jaar. De steeds hogere regeldrift zorgt dat veel potentiële opvolgers van familiebedrijven twijfelen om in het vak te stappen. Onze Vlaamse landbouw stelt 37.000 VTE tewerk (cijfer 2022). De Belgische landbouw 52.000 VTE. Een open economie erkent het belang van import en export en vooral een positieve impact op de handelsbalans. Een positieve handelsbalans toont namelijk competitiviteit aan en de vorming van welvaart. De export van de eigenlijke landbouwsector (vee, dierlijke en plantaardige producten, en vetten) komt overeen met 5,3% van de Belgische export. Het % loopt verder op tot 11,4% als men de uitvoer van voedingswaren, drank en tabak erbij telt (cijfer 2019)
Concreet: Vlaanderen importeert veel, voor 46,4 miljard euro in 2022, maar daar tegenover staat een export van 53,8 miljard euro. Dat betekent een handelsoverschot van 7,5 miljard euro. Het totale positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. We voeren veel onbewerkte bulkproducten in (bv. cacao, tarwe, gerst, soja en levende dieren) en voeren in meer of mindere mate verwerkte producten uit (bv. chocolade, koekjes, bier, zuivel en vlees). Cfr. het belang van bvb. de handelsmissie naar China voor de varkenssector in functie van het met een grotere meerwaarde kunnen doorverkopen van delen van het dier die op onze markt minder in trek zijn https://vilt.be/nl/nieuws/chinese-markt-gaat-terug-open-voor-belgisch-varkensvlees
Het landbouwmodel waar Open Vld voor staat, vertrekt vanuit 3 pijlers:
- Economie (landbouw is een economische sector)
- Ecologie (focus op duurzaamheid en circulariteit)
- Maatschappelijke meerwaarde (natuur, educatie, stadslandbouw, zorgboerderijen, …), waarbij de 3 doelen t.o.v. elkaar dienen te worden afgewogen het familiebedrijf het geloof in technologie en innovatie
De 15 maatregelen: “Laat boeren vooral terug boeren”
1. We objectiveren de haalbaarheid en werking van kalenderlandbouw in functie van klimatologische omstandigheden en beschermen waterkwaliteit: We maken de overstap van ministeriële beslissingen naar wetenschappelijk onderbouwde opvolging en flexibiliteit die nav de klimaatverandering meer en meer nodig is. Momenteel is men te afhankelijk van de indeling van het jaar in 5 rigide afgelijnde periodes (16 januari tem 15 februari / 16 februari tem 31 juli / 1 augustus tem 31 augustus / 1 september tem 31 oktober / 1 november tem 15 januari) en dit volgens 3 gebiedstypes, 3 bodemtypes en diverse teelten. Zie: https://www.vlm.be/nl/themas/waterkwaliteit/Mestbank/bemesting/aanwenden-van-mest/uitrijregeling/uitrijregeling-volgens-teelt-e… Uitgangspunt is: de juiste hoeveelheid bemesting, op de juiste plaats, op het juiste moment en rekening houdende met de inzaai-omstandigheden. Inzet van technologie (bv. precisielandbouw) om dit te garanderen.
2. We doen niet niets meer dan de EU oplegt en streven naar meer administratieve vereenvoudiging op basis van een beleid van vertrouwen in plaats van het huidige regime van wantrouwen: We vertrekken vanuit een beleid dat gestoeld is op vertrouwen in plaats van een regime van wantrouwen. Regelgeving wijzigt soms zo snel dat een niet-intentionele fout soms snel gemaakt is. Het werken met een waarschuwing vooraleer over te gaan tot boetes is daarom een 1 ste Indien toch tot boetes moet worden overgegaan, moet er ook aandacht zijn voor proportionaliteit in het bedrag van de boete, met inbegrip van administratieve tolerantie. Een typisch voorbeeld van regelgeving op basis van wantrouwen is het kunstmestregister of de verplichtingen tot het nemen van bewijsfoto’s voor het verkrijgen van ondersteuning voor ecoregelingen, zoals bij het verhogen van organisch koolstofgehalte. No gold plating, ofwel regelgevend niets méér opleggen dan wat Europa ons vraagt is onze basishouding voor het uitwerken van Vlaamse en federale regelgeving. Zelfs in de basisregels van de EU zit namelijk nu al soms te weinig proportionaliteit ingebouwd. De structurele verbetering van de waterkwaliteit tussen 2012 en 2021 (aantal oppervlaktewateren in slechte toestand is teruggedrongen van 56% naar 24%) wordt bvb. in de overkoepelende rapportage m.b.t. de Europese kaderrichtlijn Water quasi volledig onder de mat geveegd of gehouden omwille van het enige geldende en ideale einddoel. Met betrekking tot dierenrechten, blijven we ons verzetten tegen een dreigende grondwettelijke stand-still. Regelgeving omtrent dieren moet maatschappelijk mee kunnen evolueren. Versterken van het “only once-principe”. Dit principe heeft als doelstelling te vermijden dat ondernemingen steeds opnieuw dezelfde identificatiegegevens dienen mee te delen in het geval die gegevens reeds aan een andere administratie werden overgemaakt. De overheid moet hierbij ook als 1 orgaan optreden en niet zijn eigen bevoegdheidsmatig versnipperde zelve zijn. Opzetten van een meerjarig actieplan voor administratieve vereenvoudiging met duidelijke tussentijdse doelstellingen, die in overleg met de sector worden bepaald. Er volgt een jaarlijkse voortgangsrapportage. Om het debat over de diverse bestaande regelgevingen op geregelde tijdstippen ten gronde te voeren, is het invoeren van zogenaamde ‘sunset-clauses’, ofwel uitdovingsclausule waarbij een regelgeving na een bepaalde termijn niet meer van kracht is, tenzij de geldigheidsduur ervan op tijd wordt verlengd. Het voordeel van een uitdovingsclausule is dat ze de regelgever verplicht om de regelgeving te evalueren. Dat kan bijvoorbeeld nuttig zijn bij regelgeving die in een crisissituatie of een ondertussen behaalde doelstelling is ingevoerd.
3. Personeel bij landbouwers, loonwerkers en agro-industrie moet flexibel en efficiënt inzetbaar zijn: Verder verdiepen en verbreden van de flexibiliteit voor seizoensarbeiders in land- en tuinbouw en dit ook richting loonwerkers. De federale regering heeft eind 2023 op aangeven van Open Vld beslist om het toepassingsgebied van flexi-jobs te verruimen. Voortaan kunnen ook de land- en tuinbouwsector en de voedingssector werknemers en gepensioneerden flexibel tewerkstellen. Dat moet het mogelijk maken om sneller en makkelijker personeel aan te trekken in de sectoren, waar er een tekort aan werkkrachten is. De mogelijkheid om hier via CAO afstand van te doen, dient wat ons betreft geschrapt. Elke sector heeft recht op het inzetten van flexi-jobs. https://vilt.be/nl/nieuws/flexi-jobs-nu-ook-mogelijk-in-land-en-tuinbouw-en-voedingsindustrie Specifiek voor de loonwerkers is een toegang tot VLIF-steun voor investeringen die bijdragen aan landbouw waarbij op het juiste moment, op de juiste plaats en in de juiste hoeveelheid zaad, meststof, water,… wordt opgebracht of geoogst essentieel. “Geef boeren vaste grond”
4. We beschermen de fiscaalvriendelijke overdracht van familiebedrijven en verlagen de verkoop-, schenk- en erfbelastingen voor eigenaars die hun grond in pacht geven of houden: De volledige vrijstelling van schenkbelasting (0%) en verminderde erfbelasting voor overdrachten van familiale ondernemingen (3% in rechte lijn en 7% buiten rechte lijn) is cruciaal voor de landbouwsector, zo blijkt uit de cijfers. Bijna de helft van het aantal vrijstellingen van schenkbelasting situeert zich in de landbouwsector. Voor de verlaagde erfbelasting is dat aandeel ongeveer één derde. Die regelingen moeten daarom onverminderd behouden te blijven in functie van het kunnen behouden van ons economisch weefsel. Een landbouwbedrijf van familiale grootte stamp je niet zomaar in 1 generatie uit de grond. In tegenstelling tot wat sommigen ons willen doen geloven; Voor de toekomst van onze landbouw is het ondersteunen en stimuleren van het afsluiten van langlopende pachtovereenkomsten belangrijk. We beogen in het bijzonder de lange pacht en loopbaanpacht, zoals deze worden omschreven in het Vlaams pachtdecreet. We willen daarom kopers, begiftigden en erfgenamen die bereid zijn hun gronden in lange pacht of loopbaanpacht van actieve landbouwers te geven of te behouden fiscaal een spreekwoordelijk duwtje in de rug geven. We stellen een halvering voor van de registratierechten bij verkoop, schenkbelasting of de erfbelasting voor die eigenaar die binnen de 2 jaar na de overdracht zijn gronden langdurig verpacht, of die de nog lopende pachtovereenkomsten onverkort behoudt voor actieve landbouwers .
5. We maken een nieuw stikstofbeleid post 2030: Van depositie naar emissiemodel. Versnippering van natuurgebieden tegengaan en ervoor zorgen dat er instandhoudingsdoelstellingen komen die aangepast zijn aan de klimaatverandering. We kijken ook of we gebieden kunnen herlokaliseren zodat er minder interferentie is met onze economische motorgebieden.
6. De natuurherstelwet laten we niet meer in huidige vorm terugkeren : Huidige open ruimte kan niet zomaar de beschermstatus van kwetsbare natuur krijgen. We moeten daarin spaarzamer zijn. De onzekerheid over waar natuur zich in de toekomst op basis van historische verspreidingsgegevens terug kan ontwikkelen én hierbij bijkomende juridische bescherming zou kunnen genieten, geeft blijvende onzekerheid in de vergunningverlening van nabijgelegen bedrijven. Dit is het tegengestelde van waar de landbouw (maar ook industrie, mobiliteit of woningbouw) nu nood aan heeft.
7. We gaan de olievlekwerking op basis van het globaal kader van natuurbeheersplannen in landbouwbestemming tegen: De ontwikkeling en vooral de voorziene uitbreidingsmogelijkheden van natuurbeheersplannen op basis van de werking van het zogenaamde “globaal kader” brengt met zich mee dat de waarde van het omliggende landbouwgrondgebied dat in de perimeter van het globaal kader wordt opgenomen, daalt wegens dreigende gebruiksbeperkingen of bestemmingswijzigingen via Ruimtelijke Uitvoeringsprocessen (RUP). De aanduiding van de betrokken perimeters gebeurt ook niet transparant en eventuele inspraak biedt geen garanties op gehoor of een afdoende vergoeding. Vaak zijn er perimeters afgebakend waar percelen zijn door gevat, waarvan de eigenaar niet eens wist dat ze opgenomen waren en in de toekomst bv met subsidies kunnen worden aangekocht. Hoe tast dit het eigendomsrecht aan? Een landbouwer gaat er vanuit dat hij zijn landbouwgrond (waar hij al jaar en dag voor gewerkt heeft) aan een marktconforme prijs van landbouwgrond zal kunnen doorverkopen (stel +- 80 duizend euro per hectare). Door de dreiging van meer en meer natuurdoelen - mede geïnitieerd door de globale kaderwerking in perimeters rondom natuurbeheerplannen – zal hij evenwel zijn grond maar voor stel +- 20 à 30 duizend euro per hectare kunnen verkopen, waardoor zijn pensioenspaarpot veel minder gevuld is, dan hij eerst meende. “Maak van natuur en bos een partner ipv een vijand”
8. We focussen op natuurbeheer via aanbesteding voor alle spelers ipv het subsidiëren van grondaankopen voor het ontwikkelen van natuur door VZW’s, private spelers of gemeenten: Focus op de uitvoering van Europese natuurbeheersdoelstellingen in plaats van het (laten) opkopen van grond door VZW’s, private spelers en gemeenten. We maken hier als Vlaamse overheid andere (rechts)personen rijk op basis van subsidie% tot 80% of zelfs 90%. Als er omwille van een opportuniteit toch grond zou gekocht worden: Laat dit door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) doen, die de grond vervolgens via aanbesteding in beheer kan geven van alle geïnteresseerde spelers (waaronder dus ook landbouwers). ANB dient hierbij ook het eigen beheer van natuurgebieden uit te faseren. Je kan namelijk niet rechter en partij tegelijkertijd zijn bij de toekenning van beheersopdrachten.
9. We bebossen eerst de nog beschikbare duizenden ha aan niet-beboste bosgrond: Vooraleer allerhande nieuwe gebieden te gaan aanduiden als bos- of natuurgebied, kunnen we beter werk maken van het bebossen van als bosgebied bestemde percelen waar vandaag geen bos op staat. Hiervan zijn er nog meerdere duizenden hectaren ter beschikking. Vandaag is er ongeveer 36.330 hectare binnen de groene bestemmingen (natuurgebied, bosgebied, parkgebied, gemengd openruimtegebied,…) in professioneel landbouwgebruik. We zetten een beleid op dat aandacht heeft voor de nood aan afdoende grond voor professioneel landbouwgebruik, wanneer er binnen de groene bestemmingen geen rendabele landbouw meer kan op gebeuren door allerhande beperkingen (zoals bemesting).
10. We borgen de tijdelijkheid van tijdelijke natuur en creëren zo netto meer groen: Vernieuwende initiatieven zoals voedselbossen en eetbare landschappen of het hagenplan sterven een stille dood omdat tijdelijke natuur vandaag eigenlijk niet bestaat, wegens een dreigende stand-still-werking, waarbij tijdelijke natuur ongewild een permanente karakter krijgt via een beschermd statuut omwille van de aanwezigheid of vestiging van nieuwe soorten. Denken we maar aan bvb. de verschillende vleermuissoorten of de bruine kiekendief. Het niet kunnen borgen van de tijdelijkheid van tijdelijke natuur zorgt ervoor dat er eerder stilstand dan een netto-winst voor de natuur wordt gecreëerd. Mensen kiezen er bewust voor om geen ecologische initiatieven te nemen en te behagen of te beplanten omdat ze op langere termijn vrezen voor beperkingen voor hun eigendom. “Circulariteit en duurzaamheid zijn deel van een hedendaagse landbouwaanpak”
11. We zetten in op eigen eiwitproductie in de landbouw: Eigen eiwitproductie voor dierenvoeding kan een kleinere ecologische voetafdruk van landbouw creëren door het vervangen van import van soja door de eigen productie van eiwitrijke gewassen (bvb. erwten, maar ook via insectenkweek).
12. We geloven in nieuwe technologie: We pleiten binnen de EU voor een duidelijk kader rond genetisch gemodificeerde organismen (GGO). Dit is namelijk een voorbeeld van technologische innovatie die ons kan helpen om gewassen te ontwikkelen die klimaatbestendig zijn en tegelijk minder nood hebben aan pesticiden. Wie beter dan de landbouwers zelf kunnen mee helpen nieuwe technologie te introduceren en te ontwikkelen. We zorgen er naar analogie met de PAS-technieken voor dat nieuwe technologie snel kan gevalideerd en geïntroduceerd worden, via regelluwe regelgeving (conform de actuele werking van de WeComV). “Werken moet lonen”
13. We mikken op betere prijzen voor de boer: We gaan na hoe we de marktmacht van onze boeren kunnen vergroten (bvb. via de oprichting van producentenorganisaties). We ondersteunen het overleg waarbij er afspraken met distributeurs en supermarkten worden opgezet. Zie https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/02/10/supermarkten-rundvlees-reacties/ .
14. Landschaps- en natuurbeheer als diversificatie van het inkomen: Boeren financieel belonen om landschaps- en natuurbeheer uit te voeren, kan een bijkomend onderdeel vormen van een duurzaam verdienmodel binnen de landbouw. In plaats van schrale gronden die weinig rendabel zijn te verkopen aan iemand anders die subsidies krijgt voor aankoop en beheer, hetzij het moeten voldoen aan milieuverplichtingen die geen economisch landbouwmodel meer mogelijk maken, kan de boer hier zelf een nieuw verdienmodel uit puren. Ook de financiering van ecosysteemdiensten kan hier bij helpen.
15. We beschermen het eigendomsrecht: Het eigendomsrecht staat meer en meer onder druk. Open Vld is de enige partij die er nog 100% zijn nek voor wil uitsteken. Daarom schuiven we volgende principes naar voor: Marktconforme vergoeding als bestemming of de gebruiksrechten van een grond (definitief) zouden wijzigen. Het uitoefenen van het eigendoms- of gebruiksrecht door de ene partij (bv. planten van een bos of realisatie van een biotoop, maar ook bvb. de olievlekwerking naar aanleiding van het globaal kader van natuurbeheerplannen) mag geen significante impact veroorzaken op de waarde van nabijgelegen landbouwgronden. Indien er omwille van EU-verplichtingen toch sprake zou zijn van een significante impact op de gebruiksfunctie, dient er in een marktconform vergoedingsmodel voorzien te worden. De gezinswoning van een landbouwbedrijf moet als zonevreemde woonst kunnen vergund worden na afloop van de exploitatie – met respect voor de zone-eigen activiteit.